Steeds meer organisaties beseffen het belang van een sterke eigen organisatiecultuur. Tenslotte zijn de medewerkers nog steeds de belangrijkste asset die een organisatie heeft. Hoe geweldig onze systemen mogen functioneren, hoe prachtig processen en structuren ook bedacht zijn, op het moment dat een organisatiecultuur dysfunctioneel is geworden doen deze er niet meer toe. Het zijn de medewerkers die organisaties onderscheidend maken.
Wat kenmerkt een organisatiecultuur?
Professor Geert Hofstede definieert organisatie cultuur als de collectieve “software of the mind” van de medewerkers. Het is de programmering die een ieder binnen de organisatie vroeg of laat eigen is geworden. Dit uit zich in een collectieve manier van denken en handelen (of soms niet handelen) binnen organisaties. Het bepaalt de normen en waarden binnen organisaties. “wat vinden we goed, wat niet goed”.
Doordat iedere organisatie dus als het ware een eigen programmering kent, onderscheiden ze zich van elkaar. Deze cultuur vormt dus eigenlijk de Corporate Identity, de manier waarop de buitenwereld uw organisatie ervaart.
In de ene organisatie is er een hoge betrokkenheid (onderling en ten aanzien van de organisatiedoelstellingen), men is proactief, gedreven, er is geen 9 tot 5 mentaliteit en men maakt er dagelijks het beste van. Er zijn er ook organisaties waar geheel andere waarden gelden, organisaties waar de bijdrage per medewerker weleens bedroevend is, puur omdat men niet betrokken is. Deze reageren reactief soms zelfs pathologisch, zaken komen niet van de grond en er verdwijnt een aanzienlijk percentage van de winst in ziekteverzuim, faalkosten, kosten van niet-kwaliteit, in efficiency enzovoort.
Wat zijn nu de belangrijkste kenmerken van een organisatiecultuur? Deze zijn:
– het wordt door de medewerkers gedeeld, de kernwaarden zijn het bindmiddel;
– het wordt aangeleerd;
– het heeft een duurzaam, stabiel en moeilijk te beïnvloeden karakter;
Organisatiestructuur en organisatiecultuur hangen nauw met elkaar samen. Ze beïnvloeden elkaar sterk. De structuur bepaalt wie met wie samenwerkt, aan het wat, waar en wanneer. Het schept daarmee de voorwaarden waarin de cultuur kan worden overgedragen, ontwikkeld en gecontinueerd. De cultuur bepaalt ook de mogelijkheden voor structurering en de effectiviteit van een gegeven structuur.